Heb jij ook ineens veel meer tijd om interessante artikelen te lezen? Je bent niet de enige! Als organisatie kun je hierop inspelen door te informeren, te inspireren of te helpen met relevante online content. Content waar je doelgroep blij van wordt. Bericht klaar? Loop ‘m dan eerst na met deze 10-puntige content-checklist voor het beste resultaat!


#1 Is de inhoud afgestemd op je doelgroep? 

Weet wie je doelgroep is, wat hen interesseert en waar behoeften en/of vragen liggen. Je communiceert pas effectief en geloofwaardig als je doelgroep écht het idee heeft dat je hem/haar begrijpt.

#2 Zijn de stijl en het taalgebruik afgestemd op je doelgroep?

Schrijf zoals je met je doelgroep praat. Zou je dezelfde woorden gebruiken als je de lezer aan de telefoon hebt? Goed bezig :).

#3 Gebruik je voldoende tussenkoppen?

Online teksten worden vaak eerst globaal gescand. Goede tussenkoppen vormen een beknopte samenvatting van een tekst en zijn dus erg belangrijk. Zorg daarom dat de kern van elk onderwerp dat aan bod komt in een tussenkop staat.

#4 Zijn de alinea’s maximaal 5 zinnen?

Korte alinea’s zijn beter te scannen. Voor online teksten geldt dat de ideale alinea uit drie tot vijf zinnen bestaat. Lekker overzichtelijk.

#5 Is de tekst bondig?

Dat mensen nu meer tijd hebben, betekent niet dat je onnodig lange teksten moet schrijven. Ook nu geldt: houd het kort & bondig. Loop je tekst daarom kritisch na en haal alles wat overbodig is eruit. En ja, dat is vaak meer dan je denkt.

#6 Is de tekst actief geschreven?

Worden, zullen, gaan, kunnen: vermijd passieve hulpwerkwoorden zoveel mogelijk. Deze maken een tekst onnodig saai. Schrijf dus niet: ‘Wij zullen voor een oplossing zorgen’, maar: ‘Wij lossen het op’.

#7 Is de tekst beeldend?

Mensen zijn vaak visueel ingesteld. Hoe beter we iets kunnen inbeelden, hoe begrijpelijker de informatie is en hoe beter deze blijft hangen. Maak zinnen daarom zo beeldend mogelijk:

–> Dus ‘De grootte van het park is te vergelijken met twee voetbalvelden’ in plaats vanHet park heeft een oppervlakte van ongeveer 1 hectare’.

#8 Is de tekst positief?

Met welke woorden je iets zegt, maakt veel verschil. Vermijd woorden als onmogelijk, probleem, proberen, niet en geen. Gebruik in plaats daarvan woorden als gratis, profiteren, eenvoudig, extra, exclusief, nieuw, voordelen, uniek, nu.

Kijk ook eens naar onderstaande voorbeelden, waaruit blijkt dat je iets wat in eerste instantie niet per se negatief lijkt, toch positiever kunt formuleren.

–> Dus ‘Kom gerust langs op een doordeweekse dag’ in plaats van ‘In het weekend zijn wij gesloten’.
–> En ‘Wij zijn specialist in online teksten en social media berichten’ in plaats van ‘Wij helpen je niet alleen met online teksten, maar ook met social media berichten’.

#9 Bevat de tekst triggers om andere artikelen te lezen?

Als iemand toch al op je webpagina zit, is dit dé uitgelezen kans om diegene ook met andere content te verleiden. Grijp deze kans daarom met beide handen aan en zorg ervoor dat een lezer altijd de mogelijkheid heeft om door te klikken.

#10 Heb je de tekst hardop voorgelezen?

Tot slot, lees voor publicatie je tekst altijd hardop voor. Als er plekken zijn waar de tekst toch nog niet helemaal lekker loopt, dan haal je deze er hierdoor gemakkelijk uit.

10x ‘ja’? Let’s do it: [publish]

 

Bekijk ook deze succesvolle content-cases:

–> Hoe korte en krachtige mini-stories een interne gedragsverandering stimuleren
–> Aantrekkelijke werkgever door duidelijke identiteit en scherpe vacatureteksten